005: 13 september 2003; Modane, Frankrijk
ah! het mediterrane bleu bij nice begint te lonken! nog twee weken te gaan en dan plons ik in de branding. ook al zijn de alpen geweldig, toch ben ik blij dat de finish in zicht komt.
modane heet het stadje waar ik nu ben. een wanstaltig plaatsje, maar wel weer met de juiste faciliteiten pour moi. zo heb ik vanmorgen een nieuwe broek gekocht. met de oude was ik in een hek blijven hangen. met twee grote winkelhaken ter hoogte van mijn linkerbil liep ik over de alpenweiden. in het zaakje waar ik vanmorgen was trof ik een enthousiaste verkoopster; elke broek die ze me toonde vond ze zelf 'très mode'.
de alpen. ohlala! die zijn ongelooflijk mooi. watervallen, gletsjers, de mont blanc, rotsvlaktes, kolkende beken met ijsblauw en ijskoud water, rotspunten die als een muur 1000 meter voor je oprijzen, bergmeren en veel beessies. de lokale favoriet is de marmotte. een beverlookalike met een pelsje waar je volgens mij prachtige bontjassen van kunt maken.
het lopen in de alpen is behoorlijk heftig. geen meter is horizontaal. het is niet perse zwaarder dan de ardennen of de southern uplands. maar waar je daar twintig keer per dag moet klimmen en afdalen is het hier drie keer per dag. een beklimming kan uren duren, en na een paar uur afdalen beginnen je knieen wel een beetje te zeuren dat het maar eens afgelopen moet zijn. maar het geweldige landschap maakt het volledig de moeite waard.
in de alpen ook mijn eerste kennismaking met de refuges; berghutten. met marjan maakte ik het ene uiterste mee. spartaanse toestanden. een slaaphok waar een man of dertig in gepropt werd. een bed voor vijftien man en een meter daarboven nog zo`n verdieping. met een beetje mazzel lig je midden in de nacht tegen een wildvreemde aan te rijen. de piepkleine raampjes worden door de fransen steevast gesloten. heerlijke knoflokerige lijfluchten maken het feest compleet. ook een douche ontbreekt. er is koud water uit een piepklein fonteintje in de wc (een houten hzonder licht). met joost van marrewijk maakte ik van de week het andere uiterste mee; een hotel op de berg. van alles voorzien en daardoor eigenlijk meteen minder leuk. een ding hebben ze gemeen; ze liggen op de prachtigste, meest afgelegen plekken. na het ontwaken moet je in je ogen wrijven om er zeker van te zijn dat wat je ziet echt is.
een keer was het trouwens maar goed dat de raampjes 's nachts dicht waren. er brak een ongelooflijk noodweer uit. de storm beukte tegen de ramen, het regende (of hagelde) zo hard dat het dak leek te scheuren en er was zo'n ongelooflijk onweer dat het leek of iemand buiten een kwartier lang met het lichtknopje aan het spelen was. nog nooit zoiets meegemaakt. de volgende morgen was het nog steeds bar en boos. marjan en ik gingen toch maar weer lopen en moesten eerst in de stromende regen naar 2000 meter klimmen om een col over te komen. vlak na de col was de storm het heftigst. de regen kwam van opzij aanzetten en we moesten alle zeilen bij zetten om niet omver geblazen te worden. mijn regenponcho klapperde alle kanten op en soms zette ik op de gok een stap. drie keer gevallen.
en als je denkt dat je alles hebt meegemaakt; joost en ik liepen vandeweek in de sneeuw. omdat zowel het pad als de bewegwijzering ondergesneeuwd raakten was het nog erg lastig om de weg te vinden. en teruggaan kon ook niet. na zo'n dag is het echt een feest als bij het bereiken van de laatste top de refuge in zicht komt.
mijn broer, zijn dame en mijn nichtje mel van 14 maanden zijn op hun honeymoon nog een paar dagen langs geweest. in plaats van een rugzak had ik mel nu op mijn rug. en ze vond het prachtig! ze had al een soort kreet: hey yo hey yo!, op het ritme van de stap. en ook al was het gewicht op mijn rug ongeveer hetzelfde als min rugzak, het voelde heel anders. ik liep in ieder geval een stuk voorzichtiger om maar niet te vallen.
ik ga deze postmodernistische kroeg met zilverkleurig plafond maar weer eens verlaten. over een dag of drie denk ik te weten wanneer ik thuiskom. dat mail ik nog.
lator!
melvin