002: 20 april 2003; Alston, Cumbria
prettig pasen allemaal! eindelijk, eindelijk ben ik dan in een stadje terecht gekomen waar ik kan internetten!!
alston, zo heet het hier. het is een van de grotere plaatsen langs de pennine way. er zijn wat winkeltjes, pubs en tearooms, dus een goede plek om van mijn rustdagje te kunnen genieten. vannacht heb ik hier op de camping gestaan omdat de jeugdherberg vol was. de camping is eigenlijk meer een soort autosloop/schroothandel/zigeunerkamp. langs de schroothopen loop je ook naar de wc's, kruip door sluip door tussen oude bedrijfsgebouwen, en door een grote metalen buis met ondefinieerbare plasjes op de grond. een nogal macabere entree, maar voor een warme douche heb je wat over. mijn buurman op de camping vertelde dat de buis een voormalige olietank is. toen de kampeigenaar de toegang er in wilde branden, vatte de olie die zich nog in de tank bevond vlam en bleef nog twee dagen fikken.
het was weer een koude nacht. als ik in slaap val gaat het nog wel, maar zo rond een uur of vier word ik meestal wakker en trek ik weer meer kleren aan. regelmatig heb ik bij het ochtendgloren twee paar sokken, twee broeken, twee shirts, twee truien en een jas aan. gisteravond heb ik eindelijk eens gekookt op mijn brandertje. ik kon hem steeds niet gebruiken omdat ik nog geen gastankje had kunnen vinden. half in - half uit mijn tent kokkerelde ik het een en ander bij mekaar. ik probeerde de voortent wat te gebruiken als windvanger. vanmorgen bleek dat er een gaatje in mijn voortent is gesmolten. tja, als ik mijn tanden niet in een tent zet, dan brand ik hem wel aan flenters (intimi weten waar ik het nu over heb, griekenland '93).
goed, ondertussen ben ik bijna drie weken onderweg. het gaat uitstekend! ben nog steeds een dag of vier voor op schema en voel dat ik fitter en fitter begin te worden. wel zijn er steeds van die pijntjes - dan weer in je voet, dan weer in je knie - waarbij de alarmbellen meteen beginnen te rinkelen, maar meestal verdwijnen ze na een paar uur ook weer. ik had vorige keer gemaild over die monsteretappe die eraan zat te komen. nou, die rustdag heb ik toen niet genomen omdat de rustplaats me niet aanstond, en ben meteen na twee dertigers en een veertiger op pad gegaan om de tweede veertiger erdoor heen te jagen. nou, dat is niet helemaal goed gegaan, wat een slooppartij was dat! al na 5 minuten kreeg ik last van mijn rechterknie en mijn linkerenkel en mijn hielen begonnen gaandeweg te klagen. het was weer van de ene berg naar de andere berg (hier noemen ze die hufters 'hills', maar dat is een understatement). weer met van die zuigmodder, kilometer na kilometer helmgras, heide en mos. a fgewisseld door kilometers van uitgestrekte naaldboomplantages, waar dan weer de helft van gekapt is (ook een lekker motiverend plaatje: alsof er net een bom is gevallen). om 9 uur vertrokken, om half acht 's avonds kwam ik aan met in totaal een uur pauze. toen ik het laatste stuk liep en het stadje in mijn vizier kreeg moest ik gewoon even huilen. van blijdschap, maar ook van ellende. ik moet toegeven dat ik bijna aan opgeven dacht.
maar goed, door te bikkelen kwam ik aan in een plaatsje waar het de moeite waard was een dag rust te nemen: sanquhar. heeeeerlijk gesetteld in een b&b bij een schattige dame die zich meteen over mij ontfermde. mezelf goed verwend door veel horizontaal op het comfy bed te blijven liggen, af en toe een kort wandelingetje om de krant of chinees te halen. wat teevee gekeken, nou ja, zo'n beetje wat ik graag mag doen. ook thuis ja.
sindsdien heb ik niet meer zulke enorme afstanden hoeven lopen. een keer dreigde er weer zo'n monsteretappe aan te komen, maar toen heb ik 's nachts gebivakkeerd in een noodhut op de boomloze top van een berg. geen slot, geen water, geen electriciteit. en in vele km's omtrek geen mensen. alleen schapen en een paar wilde geiten die me hongerig aankeken. dat was wel een overwinninkje op mezelf want dat soort zaken vind ik toch wel wat eng. tijdens de southern uplands way kwam ik ook wel van die noodhutten tegen, maar die stonden midden in het bos. en als je eenmaal 'the blair witch project' hebt gezien hoef je daar niet zo nodig in te overnachten.
ik blijf me verbazen over de pubs hier. een dag of drie geleden was ik in een nederzetting, byrness, met een benzinestation, een pub en een jeugdherberg. ik naar de pub voor een maaltje en een praatje met een local. er waren geen locals, maar alleen de twee figuren achter de bar. een was een wat jongere, stevige dame met anker op haar bovenarm getatoeeerd, die er de gewoonte van maakte fluisterend en besmuikt met haar collega te smoezen. zodat je je als gast heeeeerlijk op je gemak voelt, not. verder stond ze driekwart van de tijd munten in een gokkast te werpen. haar collega dan: een stokoude, kaarsrechte vent van in de negentig met een behoorlijk onvaste tred. zijn collega, de jongere dame, fluisterde me later in het oor dat hij al vanaf 's middags aan het zuipen was geweest. al met al een fantastisch plaatje. een onhoudbare situatie eigenlijk, die vast nog jaren zal voortduren.
ook de jeugdherbergen zijn verrassend. de een is groot en heeft allerlei voorzieningen. dan kom je weer in een soort houten welpenhut. de 'warden' van de welpenhut in bellingham had er een parttime baantje aan. om vijf uur even de gasten binnenlaten, dan weer naar huis naar haar mannie. en 's morgens om tien uur de gasten weer uitzwaaien en daarna schoonmaken in de pub en koken in de keuken van de plaatselijke school. de hele tijd liep ze haar man, die er niet bij was, af te kammen. verder vond ze azijn de remedie voor alles: helpt tegen verbranding, insectenbeten, ja zelfs tegen gebroken benen. en ze had een hele dikke zwarte hond bij zich die in de tuin steeds vergeefs op een kikker aan het jagen was. het rare was ook dat ik de enige gast in het hostel dreigde te worden. toen zij hem om zes uur weer peerde, was ik daar dus allenig! ik in mijn eentje koken, in mijn eentje eten, in mijn eentje afwassen. let wel: er is dus ook geen radio of televisie, maar alleen stilte. rare situatie. en terwijl een voordeel van het slapen in een jeugdherberg zou zijn dat je er veel mensen kunt ontmoeten. pas laat in de avond kwamen er nog drie lui bij en werd het nog wel gemutlich.
de route begint nu trouwens steeds interessanter te worden. in het begin ontbrak het een beetje aan highlights, maar eergisteren ben ik bijvoorbeeld langs de muur van hadrianus gelopen. een muur van de oost naar de westkust van engeland, opgeworpen door de romeinen tegen invallen van die brute schotten. de toenmalige romeinse keizer hadrianus had dat idee waarschijnlijk afgekeken van de chinezen, want die hadden hem (natuurlijk) al een tijdje. ook al is er niet veel van over - hoogstens twee meter hoog waar ie vroeger vijf (!) was - , er is niet veel verbeelding voor nodig om bewondering te krijgen voor die romeinen. hoe kregen ze al die stenen op elkaar, met twee diepe verdedigingsgreppels aan weerszijden en forten, en torens etc. etc.
morgen loop ik de volgende etappe van 32 km van de pennine way, die naar het hoogste punt tot nu toe leidt; cross fell op 895 meter. het kan daarboven behoorlijk spoken, en het wordt vergeleken met een maanlandschap, zo desolaat is het er. er is ook sneeuw voorspeld, dus dat wordt smullen. het weer is trouwens ongelooflijk goed geweest. sinds ik ben begonnen is er nog geen druppel regen gevallen. ja twee keer 's nachts, maar toen lag ik veilig binnen. en in nederland schijnt het weer fantastisch te zijn geweest, nou hier eigenlijk ook. vanaf 's morgens vroeg liep ik in mijn korte broek en t-shirt!
gisteren raakte ik in de pub aan de praat met twee jongens. ik wat vertellen over mijn trip, zij enthousiast. maar op een gegeven moment vroeg de ene jongen: ' vind je het ook leuk?' ik wist eigenlijk niet zo goed wat ik daar op moest antwoorden. vind ik het nou echt 'leuk'? tja echt 'leuk' kan ik het niet vinden, ook al dacht ik van te voren dat het dat wel zou zijn! het is nu meer een uitdaging geworden. het is steeds weer improviseren onder andere omstandigheden. en ik zou het ook echt niet willen missen, daarvoor is het weer wel te leuk. ook heb ik absoluut geen heimwee, vergeleken met het leven thuis is dit toch avontuurlijker en anders en daarmee misschien toch 'leuker'.
anderhalve week geleden ontmoette ik in de pub in innerleithen ene dave. een vent van een jaar of vijfenzestig die op zijn paard van het meest noordoostelijke puntje van schotland naar het meest zuidwestelijke puntje van engeland reed. leuke vent. we hebben samen gegeten en gekletst. met wat meer bier op werd ie steeds spiritueler. hij vertelde dat hij paarden verlost van de geesten van hun vorige levens. met nog een pint in z'n mik ging ie helemaal los. toen zei hij dat de aarde nog dit jaar vergaat omdat de technologie te hard gaat. was een leerzame avond.
het in mijn eentje reizen gaat prima. je hoeft met niemand te overleggen, kan je eigen tempo lopen en je maakt voortdurend contact: je hoeft maar met je rugzak een pub in te lopen of iemand vraagt waar je vandaan bent komen lopen. maar aan de andere kant is het wel eens vervelend dat je steeds in je eentje moet beslissen. je kunt niet even klankborden ofzo. ook kun je je indrukken niet meteen delen met iemand, maar dat is toch wel iets waar je snel aan went. met marjanneke heb ik afgesproken dat ze misschien een weekje eerder komt: half mei. tja dat vind ik dan natuurlijk weer niet vervelend.
wat opvalt in deze rauwe contreien is de manier waarop de engelsen met de natuur omgaan. op een informatiepaneel langs de route stond bijvoorbeeld uitleg over het afbranden van stukken heide. onder het kopje 'natuurbeheer' stond ongeveer het volgende: ' het afbranden van stukken heide gebeurt voor de red grouse (een soort fazant). waar de hei is afgebrand ontstaat jonge heide wat voedzamer is voor de red grouse. de oudere, niet afgebrande hei zorgt voor de nodige beschutting'. en daaronder het volgende: ' zo kan de populatie red grouse groeien tot er voldoende zijn om half augustus, als het jachtseizoen begint, af te knallen.' verder liep ik gisteren over een stuk redelijk druk asfaltweg, waar ik om de 25 meter een platgereden konijn, egel, fazant of das tegenkwam, maar daar kunnen de engelsen natuurlijk zelf ook niks aan doen. of dit: al een paar keer ben ik rijen van een stuk of vijftien dode mollen tegengekomen, aan hun snuitje naast elkaar hangend aan het prikkeldraad. het schijnt dat sommige mollenvangers de gemolde mollen ophangen om andere mollen af te schrikken. dan moet het vanwege de afschuwelijke stank zijn, want van het plaatje zullen de levende mollen niet schrikken. niet alleen zitten ze onder de grond, ook zijn ze zo goed als blind.
nou liebe leute, und liebe kollegen und kolleginnen. ik ga er maar een eind aan breien. het is een beetje een hak op de tak verhaal geworden en de chronologie is ook ver te zoeken... nah ja!
ik hoop dat het nu wat minder lang duurt voor ik internet weer tegenkom. je zou zeggen hoe zuidelijker in engeland ik kom, hoe geciviliseerder, hoe meer internet. in ieder geval tot mails!
groetjes melvin